N-VA wil actief taalbeleid in Vilvoorde

Gemeenteraadslid Dries Verhaeghe (N-VA) stelde afgelopen gemeenteraad (28 juni)  de vraag aan het stadsbestuur om de inspanningen voor een actief taalbeleid eindelijk terug op te pikken. ‘Op straat, op school en in alle contacten met de overheid moet het Nederlands steeds voorrang krijgen. Niet enkel uit principe: het helpt anderstaligen ook bij het aanleren van de taal en hun integratie in de lokale gemeenschap. We kunnen mekaar – en tegelijk onze kinderen –  enorm helpen door Nederlands te praten.’ Verhaeghe deed alvast de suggestie om, in navolging van andere Vlaamse randgemeenten, ook in Vilvoorde actief te handelen en bijvoorbeeld lokale handelaren aan te moedigen maximaal Nederlands te spreken. Burgemeester Bonte weigerde echter in te gaan op deze constructieve suggestie.

De coronacommunicatie in Vilvoorde maakt duidelijk dat er nog heel wat werk is aan een doeltreffend taalbeleid in onze Zennestad. In functie van de volksgezondheid zag het stadsbestuur zich immers verplicht in meerdere talen te communiceren. De kans op gebrekkige informatieoverdracht naar de Vilvoordenaar toe werd blijkbaar te groot. N-VA Vilvoorde meent dat het nu meer dan ooit – voor iedereen – duidelijk is dat de promotie van het Nederlands als taal die ons bindt geen dag langer kan uitgesteld worden. Er kunnen immers letterlijk levens van afhangen.

Dries Verhaeghe legt uit: ‘Ik haalde mijn inspiratie uit de aanstekelijke open brief van enkele N-VA mandatarissen uit Asse (zie: Goeiendag - Bonjour? | N-VA Asse (n-va.be)). Ik was en ben er van overtuigd dat deze boodschap nog sterker zou zijn als deze vanuit het voltallige stadsbestuur zou vertrekken. Daarom deed ik deze constructieve suggestie op de Vilvoordse gemeenteraad. Op lokaal niveau kunnen we de inspanningen van de Vlaamse regering maximaal laten renderen. De Vlaamse Gemeenschap investeert enorm in het ondersteunen van mensen die Nederlands willen leren. Op dat punt zijn we een voorbeeld voor de hele wereld. Het is onbegrijpelijk dat het stadsbestuur nu zelf lijkt aan te geven dat een taalbeleid overbodig is. Wat een enorme gemiste kans.’